Hieronder volgen de antwoorden van het oefenboek “Spelling Oefenen Groep 5”. Twijfelt u of ziet u een foutje? Neem dan contact met ons op!

Deel 1- M5

Les 1

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Sprinkhaan – linksaf – hangsloten

Fix de fout

Goede woorden: ondanks, jonkvrouw, riolering, hangsloten, linksaf

Vul de zinnen aan

1 hangsloten, hangen; 2 winkel, kleding, jongen 3; inleiding

Woordensprong

Bijvoorbeeld: lang, bang, wang, bink, link, links

Woordenslang

Hangsloten, sprinkhaan, kleding, linksaf, enkelvoud, anker, stangen, tong, inleiding

Puzzel

1 anker, 2 linksaf, 3 inleiding, 4 bedankt, 5 pink, 6 langzaam, 7 longen

Woord: kleding

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Schuiven

TT: ik schuif, hij/zij/een ander schuift, wij (anderen) schuiven

VT: ik schoof, hij/zij/ een ander schoof, wij (anderen) schoven

Zinken

TT: ik zink, hij/zij/een ander zinkt, wij (anderen) zinken

VT: ik zonk, hij/zij/een ander zonk, wij (anderen) zonken

Grammatica en woordsoorten 1

1 brug, stad, hangsloten, stelletjes; 2 vis, plankton; 3 zangeres, nummer, kleding.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: kijkt, o: De meester

2 pv: verkocht, o: De winkelier

3 pv: is, o: Een sprinkhaan

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Paul bedenkt, De feestneus heft

VT: Paul bedacht, De feestneus hief

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 2

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Ooievaar – blokfluit – vleermuis

Fix de fout

Goede woorden: vijver, ooievaar, hoefijzer, volwassenen, nevel

Vul de zinnen aan

1 volwassenen, volgorde; 2 half, blokfluit; 3 nevel, ooievaar

Woordenwolken

Ooievaar, belevenis, blokfluit, hoefijzer, volwassenen, vijver

Puzzel

Eigen beoordeling

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 verleden tijd, 5 verleden tijd.

Werkwoorden 2

Slaan

TT: ik sla, hij/zij/een ander slaat, wij (anderen) slaan

VT: ik sloeg, hij/zij/ een ander sloeg, wij (anderen) sloegen

Zitten

TT: ik zit, hij/zij/een ander zit, wij (anderen) zitten

VT: ik zat, hij/zij/een ander zat, wij (anderen) zaten

Grammatica en woordsoorten 1

1 knappe, gouden; 2 boze, grote; 3 leuke.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: kreeg, o: De vrouw

2 pv: kon, o: De automobilist

3 pv: speelt, o: Hij

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Jakob doet, De timmerman meet

VT: Jakob deed, De timmerman mat

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 3

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

bladluis – dozen – zaag

Fix de fout

Goede woorden: pauze, de doos, de kluizenaar, zeelucht, bladluizen

Vul de zinnen aan

1 pauze, zeelucht; 2 bladluizen; 3 zaag dozen.

Woordenslang

Bladluizen, zeelucht, bladluis, doos, zaag, pauze, dozen, spaarpot, slang, sluw, kluizenaar

S of Z?

Sluw, doos, kluizenaar, zaag

Dozen, bladluizen, pauze, slang

Spaarpot, sluw, bladluis, zeelucht

Zeilboot, soldaat, zoet, zoen

Puzzel

1 luizen, 2 kluizenaar, 3 dozen, 4 sluw, 5 pauze, 6 zucht, 7 slecht, 8 zoet

Woord: zeelucht

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 verleden tijd, 3 verleden tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 tegenwoordige tijd.

Werkwoorden 2

Slapen

TT: ik slaap, hij/zij/een ander slaapt, wij (anderen) slapen

VT: ik sliep, hij/zij/ een ander sliep, wij (anderen) sliepen

Zingen

TT: ik zing, hij/zij/een ander zingt, wij (anderen) zingen

VT: ik zong, hij/zij/een ander zong, wij (anderen) zongen

Grammatica en woordsoorten 1

1 geholpen, 2 geprint, 3 aangekomen

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: sloot, o: De sluwe vos

2 pv: ontving, o: De kluizenaar

3 pv: stopt, o: Jos

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De taart bederft, De rijkaard helpt

VT: De taart bedierf, De rijkaard hielp

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 4

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Grasmaaier – ooievaar – roeiboot

Fix de fout

Goede woorden: mooie, grasmaaier, kraaiennest, roeiboot, vloeibaar.

Vul de zinnen aan

1 knoeien, mooie; 2 ooievaar, prooi; 3 roeiboot, moeizaam.

Woordenslang

Sproeien, ooievaar, saai, kraaien, aaibaar, schoeisel, grasmaaier, mooie, roeiboot (het tweede en derde woord kunnen ook uit elkaar gehaald zijn als ooievaars en aai)

 AAI, OOI of OEI?

Rood = saai, aaibaar, kraaien

Blauw = ooievaar, mooie

Geel = roeiboot, schroeiplek, 

Groen = kooien, koeien; hooi, haai; (evt mooie, moeie)

Woordzoeker

Ronddraaien en moeizaam

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 verleden tijd, 4 verleden tijd, 5 tegenwoordige tijd.

Werkwoorden 2

slijpen

TT: ik slijp, hij/zij/een ander slijpt, wij (anderen) slijpen

VT: ik sleep, hij/zij/ een ander sleep, wij (anderen) slepen

zoeken

TT: ik zoek, hij/zij/een ander zoekt, wij (anderen) zoeken

VT: ik zocht, hij/zij/een ander zocht, wij (anderen) zochten

Grammatica en woordsoorten 1

1 de, de, het; 2 een, het; 3 de, het.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: is, o: De roeiboot

2 pv: zwaaide, o: hij

3 pv: loeien, o: De koeien

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Yves en Petra groeien, Kas aait

VT: Yves en Petra groeiden, Kas aaide

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 5

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst               

Strandstoelen – achterband – vleermuis

Samenvoegen

Achterband, reisgids, hoofdstad, kaasstengel, mondhoek

Vul de zinnen aan

1 kunstschilder, stadhuis, hoofdstad; 2 zebrapad, achterband; 3 suikerspin, mondhoek.

Woordenslang

Suikerspin, mondhoek, achterband, vleermuis, pretpark, kunstschilder, rijbewijs

Samenstellingen

Vleermuis, wachtkamer, nijptang, roofvogel

Puzzel

1 strandstoel, 2 reisgids, 3 rijbewijs, 4 pretpark, 5 stadhuis, 6 kaasstengel, 7 mondhoek, 8 witgoud

Woord: nijptang

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 verleden tijd, 4 verleden tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

sluipen

TT: ik sluip, hij/zij/een ander sluipt, wij (anderen) sluipen

VT: ik sloop, hij/zij/ een ander sloop, wij (anderen) slopen

sluiten

TT: ik sluit, hij/zij/een ander sluit, wij (anderen) sluiten

VT: ik sloot, hij/zij/een ander sloot, wij (anderen) sloten

Grammatica en woordsoorten 1

Drie ministers, vier indianen, twee duiven, één lampion, één walvis, één doos.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: wordt, o: Het zwerfafval

2 pv: lustte, o: De minister

3 pv: is, o: Zijn mondhoek

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De boef bedriegt, Frank schijnt

VT: De boef bedroog, Frank scheen

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 6

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst                              

Scheur – vleermuis – schoorsteen

Fix de fout

Goede woorden: schoorsteen, geurkaars, oorzaak, speurtocht, verkeer

Vul de zinnen aan

1 scheur, schoorsteen; 2 speurtocht, verkeerd; 3 beurt, eekhoorns

Woordenslang

Kantoor, scheur, geurkaars, oorzaak, kampeerplek, treuren, lieveheerbeestje, verkeerd

EER, OOR of EUR?

Kampeerplek, lieveheersbeestje, scheurt/ scheert

Scheurt/ scheert, speurtocht, verkeer

Kantoor, voorzichtig, wanneer

Noorwegen, Amersfoort, Doornroosje

Zeurt, eekhoorn, veertien

Puzzel

Woordenrad 1: kampeerplek en schoorsteen

Woordenrad 2: oorzaak, verkeer en kantoor

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Opmeten

TT: ik meet op, hij/zij/een ander meet op, wij (anderen) meten op

VT: ik mat op, hij/zij/ een ander mat op, wij (anderen) maten op

Laten

TT: ik laat, hij/zij/een ander laat, wij (anderen) laten

VT: ik liet, hij/zij/een ander liet, wij (anderen) lieten

Grammatica en woordsoorten 1

1 kleine, hoge, sluwe; 2 opgeruimde, lieve; 3 oude, mooie.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: zat, o: De vleermuis

2 pv: stinkt, o: De geurkaars

3 pv: loopt, o: Het verkeer

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Bé kluift, De vrouw fluit

VT: Bé kloof, De vrouw floot

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 7

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst               

Gebergte – kastelen – wekker

Fix de fout

Goede woorden: gerecht, geheugen, gedeelte, redenen, kastelen

Vul de zinnen aan

1 bediende, kastelen; 2 geduw, ladder; 3 verlegen, gedicht.

Woordenslang

Gezond, geduw, kastelen, verkleden, gerucht, gedrag, bediende, redenen, ladder

BE-, GE- of VER-?

Bediende, gestoord/ verstoord, verlegen/ gelegen/ belegen, geheugen/ verheugen, gereedschapskist, verliefd/ geliefd, gedicht, geduw, bekleden/ verkleden, geluid/ verluid, gerecht/ berecht, vervolgens

Galgje   

Redenen, kastelen, bediende, verlegen, ladder

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 verleden tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Duwen

TT: ik duw, hij/zij/een ander duwt, wij (anderen) duwen

VT: ik duwde, hij/zij/ een ander duwde, wij (anderen) duwden

Trekken

TT: ik trek, hij/zij/een ander trekt, wij (anderen) trekken

VT: ik trok, hij/zij/een ander trok, wij (anderen) trokken

Grammatica en woordsoorten 1

1 file, snelweg; 2 tochtje, belevenis; 3 gerecht, ui.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: maakt, o: Beauty

2 pv: slaapt, o: Dave

3 pv: is, o: Veel geduw (opmerking: Veel mensen hebben moeite met het woord ‘Er’. Hoewel ‘Er’ in deze zin vooraan staat, is het geen onderwerp. In zinnen met ‘er’ staat het onderwerp vaak verder in de zin.’ Om het makkelijker te houden vraag je je af ‘Wie of wat…’ en ‘er’ is geen wie en geen wat.)

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Gérard vangt, De koningin vliegt

VT: Gérard ving, De koningin vloog

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 8

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst               

Eieren – trouwerij – hoefijzer

Fix de fout

Goede woorden: vijver, inleiding, aankomsttijd, meisje, waslijn

Vul de zinnen aan

1 trouwerij, reis; 2 waslijn, vijver; 3 nijptang, hoefijzer, pijn.

Woordenslang

Meisje, vijftig, vijgen, inleiding, reis, scheiden, sein, seizoen, rijk, rijmpje, preisoep, trouwerij

EI of IJ

Inleiding, preisoep, zeilboot, reis

Gordijn, eieren, ijverig, vijftig

Trouwerij, weinig, paleis, visserij

Geit, keizer, nijptang, waslijn

Hoefijzer, aankomsttijd, kapitein, plein

Puzzel

Eigen beoordeling.

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Zien

TT: ik zie, hij/zij/een ander ziet, wij (anderen) zien

VT: ik zag, hij/zij/ een ander zag, wij (anderen) zagen

Springen

TT: ik spring, hij/zij/een ander springt, wij (anderen) springen

VT: ik sprong, hij/zij/een ander sprong, wij (anderen) sprongen

Grammatica en woordsoorten 1

1 hw: heeft, vd: vervangen; 2 hw: heeft, vd: getrouwd; 3 hw: heeft, vd: gegeven

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: heeft, o: De kapitein

2 pv: is, o: dat

3 pv: aten, o: wij

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De keizer vijlt, Hein kleit

VT: De keizer vijlde, Hein kleide

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 9

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst               

Achterband – tand – bladluizen

Fix de fout

1 wereld; 2 braadpan; 3 gezond; 4 mond; 5 achterband

Vul de zinnen aan en gebruik de goede vorm

1 strand, achterband; 2 braadpan, gezond; 3 hoofdstad, Nederland

Woordenslang

Gezond, tand, wreed, verkeerd, verliefd, achterband, Nederland, hoofdstad, bladluizen

T of D?

Braadpan, verliefd, beurt,  hoofdstad

Nederland, raadsel, bladluizen, strandbal

Strandtent, oerwoud, ochtend, piloot

Klimaat, vriend, gespierd, kandidaat

Woordzoeker

Antwoord: ongestoord

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 verleden tijd, 4 verleden tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

beginnen

TT: ik begin, hij/zij/een ander begint, wij (anderen) beginnen

VT: ik begon, hij/zij/ een ander begon, wij (anderen) begonnen

weten

TT: ik weet, hij/zij/een ander weet, wij (anderen) weten

VT: ik wist, hij/zij/een ander wist, wij (anderen) wisten

Grammatica en woordsoorten 1

1 de, de, het; 2 de, een, de, het; 3 het, de

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: is, o: De hoofdstad van Duitsland

2 pv: ken, o: Jij

3 pv: zit, o: Een losse tand

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Richard begraaft, Pim melkt

VT: Richard begroef, Pim melkte

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 10

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst               

Hobo – metro – paraplu

Fix de fout

Goede worden: accu, wasco, hobo, daarna, tornado

Vul de zinnen aan

1 metro, Daarna; 2 arena, paraplu; 3 waterpolo, hobo.

Woordenslang

Hobo, daarna, accu, arena, waterpolo, disco, menu, tornado, metro, arena, wasco, paraplu

#A, #O, #U

#A: daarna, arena

#O: hobo, tornado, metro

#U: paraplu, accu, menu

Puzzel

1 wasco; 2 zebra; 3 arena; 4 waterpolo; 5 Afrika; 6 hobo; 7 metro; 8 tornado.

Oplossing: weerfoto

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Bergen

TT: ik berg, hij/zij/een ander bergt, wij (anderen) bergen

VT: ik borg, hij/zij/ een ander borg, wij (anderen) borgen

Kopen

TT: ik koop, hij/zij/een ander koopt, wij (anderen) kopen

VT: ik kocht, hij/zij/een ander kocht, wij (anderen) kochten

Grammatica en woordsoorten 1

Eén tand, vier tanden; Eén metro, negen metro’s; Eén accu, twee accu’s; Eén hobo, vier hobo’s, één paraplu, vijf paraplu’s, één fiets, twee fietsen.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: richt, o: De tornado

2 pv: scheurt, o: De paraplu

3 pv: speel, o: Ik

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De grootvader leest voor, De schipper vaart

VT: De grootvader las voor, De schipper voer

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 11

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Trouwerij – wenkbrauw – oerwoud

Fix de fout

Goede woorden: oerwoud, wenkrauw, trouwerij, restaurant, mevrouw

Vul de zinnen aan

1 ouders, trouwerij, ouderwets; 2 oerwoud, gebouw; 3 mevrouw, betrouwbaar

Woordenslang

Mouwen, ouders, wenkbrauwen, trouwerij, betrouwbaar, mevrouw, ouderwets

AU of OU

mevrouw, betrouwbaar, mouwen

wenkbrauwen, ouders, oerwoud

trouwerij, vertrouwelijk, goud

restaurant, flauw, dinosaurus

augurk, snauw, pauze

Dobbelbingo

Eigen beoordeling

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd; 2 tegenwoordige tijd 3 tegenwoordige tijd; 4 verleden tijd; 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

smelten

TT: ik smelt, hij/zij/een ander smelt, wij (anderen) smelten

VT: ik smolt, hij/zij/een ander smolt, wij (anderen) smolten

zwijgen

TT: ik zwijg, hij/zij/een ander zwijgt, wij (anderen) zwijgen

VT: ik zweeg, hij/zij/een ander zweeg, wij (anderen) zwegen

Grammatica en woordsoorten 1

1 auteur, boek; 2 kabeljauw, bord, meisje; 3 touwen, gymleraar, leerling

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: heeft; o: Het restaurant

2 pv: kan; o: Die mevrouw

3 pv: fronst; o: Hij

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De kat ligt, De man buigt

VT: De kat lag, De man boog

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 12

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Optocht – goochelaar – grachten

Fix de fout

Goede woorden: lachen, de optocht, de goochelaar, de grachten, de stalknecht

Vul de zinnen aan

1 aandacht, optocht; 2 stalknecht, aandacht; 3 zeelucht, de grachten

(x2) aandacht

Woordenslang

Grachten, schroeiplek, evenwicht, goochelaar, aandacht, optocht, zeelucht, gerecht

G of CH

Terecht, goochelaar, klachten

Evenwicht, kinderachtig, optocht

Grachten, schroeiplek, zeelucht

Gerecht, lachen, figuurzagen

Puzzel

Woordenrad 1: aandacht en grachten

Woordenrad 2: zeelucht en optocht

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 verleden tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Lijden

TT: ik lijd, hij/zij/een ander lijdt, wij (anderen) lijden

VT: ik leed, hij/zij/ een ander leed, wij (anderen) leden

Rollen

TT: ik rol, hij/zij/een ander rolt, wij (anderen) rollen

VT: ik rolde, hij/zij/een ander rolde, wij (anderen) rolden

Grammatica en woordsoorten 1

1 grappige, wit, hoge; 2 lange, verklede; 3 jonge, vieze.

NB. Het woord “veel” is een onbepaald telwoord, geen bijvoeglijk naamwoord

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: moet, o: De journalist

2 pv: kan, o: Een goochelaar

3 pv: vraagt, o: Joep

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Koos meet op, Youssef ontbijt

VT: Koos mat op, Youssef ontbeet

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 13

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Kieuwen – leeuwin – schaduw

Fix de fout

Goede woorden: schaduw, het geduw, de leeuwin, afschuw, de eeuwen

Vul de zinnen aan

1 afschuw, Middeleeuwen; 2 sluwe, schaduw; 3 Nieuwsgierig, leeuwin.

Woordenslang

Kluwen, nieuwsgierig, geduw, eeuwen, sluw, nieuwer, leeuwin, schaduw, ruw

EEUW, IEUW of UW?

Sneeuw, sluw, schaduw, leeuwin

Nieuwer, kluwen, opnieuw, kieuwen

Zenuwachtig, ruw, geduw, eeuwen

Geeuw, zwaluw, afschuw, schreeuwen

Puzzel

1 leeuwin; 2 schaduw; 3 zwaluw; 4 ruw; 5 afschuw; 6 schuw; 7 schreeuw; 8 nieuws; 9 geduw.

Oplossing: waarschuw

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Krijgen

TT: ik krijg, hij/zij/een ander krijgt, wij (anderen) krijgen

VT: ik kreeg, hij/zij/ een ander kreeg, wij (anderen) kregen

Boeken

TT: ik boek, hij/zij/een ander boekt, wij (anderen) boeken

VT: ik boekte, hij/zij/een ander boekte, wij (anderen) boekten

Grammatica en woordsoorten 1

1 hw: zijn, vd: gestorven; 2 hw: is, vd: gevlogen, 3 hw: heeft, vd: verorberd

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: houdt, o: Hij

2 pv: at o: ik

3 pv: zorgden, o: Ratten

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Ayaz rijgt, Jaafar drijft

VT: Ayaz reeg, Jaafar dreef

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 14

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Cobra – horizon – egel

Fix de fout

Goede woorden: dozen, cobra, hotel, egel, redenen

Vul de zinnen aan

1 hotel, horizon; 2 dozen, egel; 3 bloemkolen, schapen.

Woordenslang

Redenen, schoorstenen, code, hotel, egel, laken, hobo, redenen, schapen, bloemkolen

Hoor de klank!

De lange klank hoor je tussen de haakjes.

[e]gel, bloemk[o]len, d[o]zen

h[o]tel, r[e]denen, c[o]de

Puzzel

Eigen beoordeling

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 verleden tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Liegen

TT: ik lieg, hij/zij/een ander liegt, wij (anderen) liegen

VT: ik loog, hij/zij/ een ander loog, wij (anderen) logen

Lezen

TT: ik lees, hij/zij/een ander leest, wij (anderen) lezen

VT: ik las, hij/zij/een ander las, wij (anderen) lazen

Grammatica en woordsoorten 1

1 de, de, de; 2, de, de; 3 het, het

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: speelt, o: Tante Miryam

2 pv: fietst o: Yuri

3 pv: kunt, o: Je

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De hond komt, Oom Dimitri breekt

VT: De hond kwam, Oom Dimitri kwam

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 15

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Voetballer – kikker – wekker

Fix de fout

Goede woorden: wekker, bruggen, voetballer, druppels, hekken

Vul de zinnen aan

1 voetballer, hekken; 2 kajakken, druppels; 3 dapper, kikkers.

Woordenslang

pennen, wekker, ladder, bruggen, vlekken, modder, voetballer, druppels, lekkernij

Hoor de klank!

De korte klank hoor je tussen de haakjes.

h[e]kken, l[e]kkernij, k[i]kker

dr[u]ppel, voetb[a]ller, kaj[a]kken

Puzzel

Eigen beoordeling

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Houden

TT: ik hou(d), hij/zij/een ander houdt, wij (anderen) houden

VT: ik hield, hij/zij/ een ander hield, wij (anderen) hielden

Kiezen

TT: ik kies, hij/zij/een ander kiest, wij (anderen) kiezen

VT: ik koos, hij/zij/een ander koos, wij (anderen) kozen

Grammatica en woordsoorten 1

1 één, zes miljoen; 2 zes, drie, één; 3 veertig

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: loopt, o: Een zwarte kat

2 pv: hangt, o: Een druppel koffie

3 pv: gaat, o: De winnaar

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Mandy snijdt, De jongens verliezen

VT: Mandy sneed, De jongens verloren

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 16

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Poes – goudstaven – golf

Fix de fout

Goede woorden: duiven, goudstaven, golf, poes, klimrozen

Vul de zinnen aan

1 klimrozen en klaprozen (of andersom); 2 poezen, duif; 3 paleizen, goudstaven.

Woordenslang

klimrozen, dozen, half, goudstaven, duiven, poes, doos, paleis, klimroos, klaprozen

S of Z, F of V?

Eén duif, twee duiven; één doos, twee dozen

Eén klaproos, twee klaprozen; één golf, twee golven

Eén poes, twee poezen; één klimroos, twee klimrozen

Eén paleis, twee paleizen; eén geloof, twee geloven

Galgje

Goede woorden: klimrozen, doos, halve, paleizen, duiven

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 verleden tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Verwijzen

TT: ik verwijs, hij/zij/een ander verwijst, wij (anderen) verwijzen

VT: ik verwees, hij/zij/ een ander verwees, wij (anderen) verwezen

Nemen

TT: ik neem, hij/zij/een ander neemt, wij (anderen) nemen

VT: ik nam, hij/zij/een ander nam, wij (anderen) namen

Grammatica en woordsoorten 1

1 eerste, derde; 2 achtste; 3 derde, vierde, vijfde, eerste

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: drinken, o: We

2 pv: schrikken, o: De duiven

3 pv: hebben, o: De klimrozen

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Brechje krijgt, De auto blinkt

VT: Brechje kreeg, De auto blonk

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Les 17

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Eieren – bliksem – kastelen

Fix de fout

Goede woorden: redenen, eieren, de bliksem, kastelen, volwassenen

Vul de zinnen aan

1 volwassenen, eieren; 2 gevangenen, aardappelen; 3 bliksem, kastelen.

Woordenslang

gevangenen, bliksem, kastelen, volwassenen, stiekem, eieren, hersenen, goochelen

#EM, #EREN, #ELEN en #ENEN

#EM: stiekem, bliksem, ademen, totempaal

#EREN: peuteren, ijzeren, treiteren

#ELEN: schakelen, ijzelen,

#ENEN: hersenen, tekenen,

NB ijz# past zowel bij #eren als #elen.

Puzzel

Woordenrad 1: bliksem en eieren

Woordenrad 2: kastelen en redenen

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Schrikken

TT: ik schrik, hij/zij/een ander schrikt, wij (anderen) schrikken

VT: ik schrok, hij/zij/ een ander schrok, wij (anderen) schrokken

Hang

TT: ik hang, hij/zij/een ander hangt, wij (anderen) hangen

VT: ik hing, hij/zij/een ander hing, wij (anderen) hingen

Grammatica en woordsoorten 1

1 schoonmaker, koepel, kasteel; 2 tent, juf; 3 bliksem, paniek, gasten.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: werd, o: De koepel

2 pv: zijn, o: De kreukels

3 pv: kost, o: Een doos met eieren

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De boef ruikt, De meisjes schelden

VT: De boef rook, De meisjes scholden

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling.

Deel 2 – E5

Les 1

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Hinkelbaan – sprinkhaan – vingers

Fix de fout

Goede woorden: hinkelbaan, kettingkast, vingers, sprinkhaan, inrichting

Vul de zinnen aan

1 belangstelling, buurtwinkel; 2 linkerkant, leuning; 3 opbrengst, inrichting

Woordenslang

opbrengst, hinkelbaan, tong, kettingkast, honing, vergissing, afleiding, inrichting

NG of NK?

vergissing, hinkelbaan, wankel

opbrengst, inrichting, afleiding

buurtwinkel, linkerkant, kettingkast

sprinkhaan, honing, belangstelling

Puzzel

1 wankel, 2 flink, 3 afleiding, 4 opbrengst, 5 hinkelbaan, 6 bedankt, 7 pink, 8 sprinkhaan, 9 belangstelling

Woord: afleiding

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 verleden tijd, 3 voltooide tijd, 4 verleden tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Prijzen

TT: ik prijs, hij/zij/een ander prijst, wij (anderen) prijzen

VT: ik prees, hij/zij/ een ander prees, wij (anderen) prezen

Hijsen

TT: ik hijs, hij/zij/een ander hijst, wij (anderen) hijsen

VT: ik hees, hij/zij/een ander hees, wij (anderen) hesen

Grammatica en woordsoorten 1

1 afleiding, buurman; 2 inrichting, buurtwinkel; 3 hinkelbaan

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: hebben, o: Zij

2 pv: kocht, o: Jef

3 pv: kan, o: De leuning

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De leerling schuift op, De vogel drinkt

VT: De leerling schoof op, De vogel dronk

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 2

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Koffiekan – fruitmand – ooievaar

Fix de fout

Goede woorden: koffiekan, vruchtbaar, vijver, vriendje, appelflappen

Vul de zinnen aan

1 vriendje, walvisjacht; 2 koffiekan, vochtig; 3 fietstocht, voetpad

Woordenslang

feestje, vochtig, walvisjacht, schroeven, voetpad, hulpverlening, vriendje, vruchtbaar

Woordensprong

Eigen beoordeling, maar bijvoorbeeld: fit, vis, fijn, vinden, stijf, vier, drijf, drijven, neef en neven.

Puzzel

walvisjacht, vochtig, hulpverlening, fluweel, vruchtbaar

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 verleden tijd, 3 voltooide tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Eten

TT: ik eet, hij/zij/een ander eet, wij (anderen) eten

VT: ik at, hij/zij/ een ander at, wij (anderen) aten

Gaan

TT: ik ga, hij/zij/een ander gaat, wij (anderen) gaan

VT: ik ging, hij/zij/een ander ging, wij (anderen) gingen

Grammatica en woordsoorten 1

1 zoete, rode, lieve; 2 roze, kleine, drukke; 3 nieuwe.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: vieren, o: We

2 pv: is, o: De walvisjacht

3 pv: is, o: De grond

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Axel kan, De juf roept

VT: Axel kon, De juf riep

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 3

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Zebra – bladluis – sauna

Fix de fout

Goede woorden: zebra, sauna, oogschaduw, zeeklei, zeilboot

Vul de zinnen aan

1 sauna, oogschaduw; 2 zeilboot, zwaluw; 3 boze, bladluizen.

Woordenslang

bladluizen, oogschaduw, zeilboot, zwaluw, boze, zeeklei, sauna, zebra, sofa, zware

Woordensprong

Eigen beoordeling, maar bijvoorbeeld: zout, saus, stout, sofa, staf, zat, zot

Puzzel

Eigen beoordeling.

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 voltooide tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Lijken

TT: ik lijk, hij/zij/een ander lijkt, wij (anderen) lijken

VT: ik leek, hij/zij/ een ander leek, wij (anderen) leken

Bewijzen

TT: ik bewijs, hij/zij/een ander bewijst, wij (anderen) bewijzen

VT: ik bewees, hij/zij/een ander bewees, wij (anderen) bewezen

Grammatica en woordsoorten 1

1 hw: is, vd: bekleed; 2 hw: is, vd: geworden; 3 hw: heb, vd: verwijderd.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: liep, o: De boze man

2 pv: kocht, o: Hij

3 pv: is, o: De sauna

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De dader scheert, De engerd schrikt

VT: De dader schoor, De engerd schrok

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 4

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Balletje – tandje – potloodje

Fix de fout

Goede woorden: tekeningetje, rijmpje, potloodje, balletje, spelletjes

Vul de zinnen aan

1 lievelingetje, tekeningetjes; 2 stormpje, feestje; 3 spelletjes, tandje.

Woordenslang

spelletjes, tandje, rijmpje, stormpje, balletje, potloodje, feestje, beestje, wormpje

-(D)(D)JE of PJE?

spelletje, stormpje, feestje

wormpje, rijmpje, tekeningetje

beestje, tandje, potloodje

Puzzel

Woordenrad 1: beestje en tandjes

Woordenrad 2: potloodje en spelletje

Werkwoorden 1

1 voltooide tijd, 2 voltooide tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Krimpen

TT: ik krimp, hij/zij/een ander krimpt, wij (anderen) krimpen

VT: ik kromp, hij/zij/ een ander kromp, wij (anderen) krompen

Smijten

TT: ik smijt, hij/zij/een ander smijt, wij (anderen) smijten

VT: ik smeet, hij/zij/een ander smeet, wij (anderen) smeten

Grammatica en woordsoorten 1

1 het, het, de; 2 een, de, de; 3 een, een.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: gaat, o: Hij

2 pv: slijpt, o: De juf

3 pv: snapt, o: Niemand

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De jongens stinken, De rechercheur vindt

VT: De jongens stonken, De rechercheur vond

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 5

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Gewei, gegeeuw, verpleegster (verpleging is ook correct)

Fix de fout

Goede woorden: gewei, tevreden, verpleeghuis, bedreiging, gevangenen

Vul de zinnen aan

1 bedrieger, verpleeghuis; 2 gewei, gevaarlijk, verzucht; 3 gestolen, terecht.

Woordenslang

gestolen, gewei, terecht, tevreden, gelach, gegeeuw, bedreiging, bedrieger, verpleger

#BE, #GE, #TE en #VER

Sommige woorden kunnen op twee plaatsen. Deze woorden staan tussen haakjes.

#BE: bedreiging, (bestolen), (berecht)

#GE: gevaarlijk, gegeeuw, gelach, gestolen, (gerecht), gewei,

#TE: tevreden, terecht,

#VER: verzucht (gezucht), verpleeghuis, verpleegster

Puzzel

1 gestolen, 2 tevreden, 3 tegemoet, 4 gevaarlijk, 5 bedrieger, 6 verzucht, 7 gewei

Woord: gegeeuw

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 voltooide tijd, 3 verleden tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 voltooide tijd

Werkwoorden 2

Zuigen

TT: ik zuig, hij/zij/een ander zuigt, wij (anderen) zuigen

VT: ik zoog, hij/zij/ een ander zoog, wij (anderen) zogen

Stijgen

TT: ik stijg, hij/zij/een ander stijgt, wij (anderen) stijgen

VT: ik steeg, hij/zij/een ander steeg, wij (anderen) stegen

Grammatica en woordsoorten 1

1 verpleeghuis, jaar, steigers, renovatie; 2 kunstwerken, museum; 3 gevangenen.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: hangt, o: een  gewei

2 pv: is, o: Het

3 pv: werkt, o: Mijn vader

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De man zegt, Het mannetje wrijft

VT: De man zei, Het mannetje wreef

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 6

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Huwelijk – gewei – vijftig

Fix de fout

Goede woorden: vriendelijke, natuurlijk, bordkrijt, bedreiging, eigenaar

Vul de zinnen aan

1 vriendelijke, gewei; 2 eigenaar, vijftig; 3 strijkijzer, gevaarlijk.

Woordenslang

gevaarlijk, eigenaar, afleiding, bedreiging, vriendelijke, gewei, huwelijk, natuurlijk

EI of IJ?

bedreiging, vriendelijke, vijftig

strijkijzer, eigenaar, bordkrijt

gewei, zeilboot, natuurlijk

huwelijk, afleiding, zeeklei

Puzzel

Woord: aanstellerij

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 voltooide tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Vriezen

TT: ik vries, hij/zij/een ander vriest, wij (anderen) vriezen

VT: ik vroor, hij/zij/ een ander vroor, wij (anderen) vroren

Snuiten

TT: ik snuit, hij/zij/een ander snuit, wij (anderen) snuiten

VT: ik snoot, hij/zij/een ander snoot, wij (anderen) snoten

Grammatica en woordsoorten 1

1 grote, mooie, donkere; 2 fijne, leuke; 3 nieuwe, vriendelijke

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: kocht, o: De schrijver

2 pv: strijkt, o: Mijn vader

3 pv: schijnen, o: We

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De brandweerman verdenkt, Ans wordt

VT: De brandweerman verdacht, Ans werd

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 7

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Tandje – haardvuur – noodweer

Fix de fout

Goede woorden: onkruid, tandje, gloednieuw, laadbak, toestand

Vul de zinnen aan

1 noodweer, windhoos; 2 vriendje, haardvuur; 3 voetpad, onkruid.

Woordenslang

laadbak, windhoos, noodweer, toestand, haardvuur, tandje, onkruid, aardappel, kwaad

D of T?

onkruid, toestand, laadbak

piloot, liefst, tandje

windhoos, componist, verstand

haardvuur, erwt, noodweer

aardappel, klimaat, dirigent

Puzzel

Woordenrad 1: voetpad en onkruid

Woordenrad 2: windhoos en toestand

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 voltooide tijd

Werkwoorden 2

Zwerven

TT: ik zwerf, hij/zij/een ander zwerft, wij (anderen) zwerven

VT: ik zwierf, hij/zij/ een ander zwierf, wij (anderen) zwierven

Verdwijnen

TT: ik verdwijn, hij/zij/een ander verdwijnt, wij (anderen) verdwijnen

VT: ik verdween, hij/zij/een ander verdween, wij (anderen) verdwenen

Grammatica en woordsoorten 1

1 hw: is, vd: uitgebroken; 2 hw: heeft, vd: aangericht; 3 hw: is, vd: gedoofd

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: opent, o: Cor

2 pv: is, o: Hamza

3 pv: is, o: De verhuizing

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De zieke hond loopt weg, Meester Imran verbiedt

VT: De zieke hond liep weg, Meester Imran verbood

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 8

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Kabouter – augurk – trouwdag

Fix de fout

Goede woorden: augurk, trouwdag, nauwer, automaat, ouderwets

Vul de zinnen aan

1 mevrouw, ouderwets; 2 automaat, koud; 3 kabouters, trouwe

Woordenslang

ouderwets, automaat, kabouters, nauwe, augurk, trouwdag, bouwput, klauw

AU of OU?

augurk, automaat, ouderwets

klauwen, trouwdag, bouwput

kabouters, nauwer, koud

dinosaurus, kabeljauw, touw

Puzzel

Eigen beoordeling

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 voltooide tijd

Werkwoorden 2

Besluiten

TT: ik besluit, hij/zij/een ander besluit, wij (anderen) besluiten

VT: ik besloot, hij/zij/ een ander besloot, wij (anderen) besloten

Schrijven

TT: ik schrijf, hij/zij/een ander schrijft, wij (anderen) schrijven

VT: ik schreef, hij/zij/een ander schreef, wij (anderen) schreven

Grammatica en woordsoorten 1

1 de, de; 2 de, een, de; 3 het, de

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: schreef, o: De auteur

2 pv: smaakt, o: De kabeljauw

3 pv: geloof, o: Ik

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Jan loopt, Pim heeft

VT: Jan liep, Pim had

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 9

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Schommelbank – lichtflits – tachtig

Fix de fout

Goede woorden: opdracht, fietstocht, vochtig, afschuw, techniek

Vul de zinnen aan

1 tachtig, terecht; 2 nieuwsbericht, afschuw; 3 schrammen, fietstocht

Woordenslang

oogschaduw, terecht, schrammen, afschuw, techniek, schommelbank, opdracht, nicht

Husselwoorden

oogschaduw, schrammen, terecht, opdracht, schommelbank, vochtig

Puzzel

1 fietstocht, 2 terecht, 3 vochtig, 4 schrammen, 5 nicht, 6 lichtflits, 7 gelach, 8 krachtig

Woord: techniek

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 voltooide tijd, 3 verleden tijd, 4 voltooide tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Mogen

TT: ik mag, hij/zij/een ander mag, wij (anderen) mogen

VT: ik mocht, hij/zij/ een ander mocht, wij (anderen) mochten

Verven

TT: ik verf, hij/zij/een ander verft, wij (anderen) verven

VT: ik verfde, hij/zij/een ander verfde, wij (anderen) verfden

Grammatica en woordsoorten 1

1 glas, condens; 2 burgemeester, fout; 3 onweer, nicht, lichtflitsen

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: is, o: Het konijntje

2 pv: was, o: De fietstocht

3 pv: klonk, o: Het gelach

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De regels gelden, De agent geeft

VT: De reels golden, De agent gaf

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 10

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Leeuwin – gegeeuw – waarschuwing

Fix de fout

Goede woorden: gloednieuwe, leeuwin, spreeuwen, zwaluw, zenuwachtig

Vul de zinnen aan

1 gloednieuwe, fluweel; 2 gegeeuw, waarschuwing; 3 spreeuwen, leeuwin

Woordenslang

zwaluw, spreeuw, waarschuwing, fluweel, gegeeuw, gloednieuwe, leeuwin

EEUW, IEUW of UW?

zwaluw, geeuwen, spreeuwen, gloednieuw

zenuwachtig, ruw, fluweel, eeuwen

sneeuw, sluw, schaduw, leeuwin

nieuwer, waarschuw, afschuw, schreeuwen

Puzzel

Woordenrad 1: fluweel en zwaluw

Woordenrad 2: gloednieuw en spreeuwen

Werkwoorden 1

1 voltooide tijd, 2 verleden tijd, 3 verleden tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 tegenwoordige tijd

Werkwoorden 2

Kopen

TT: ik koop, hij/zij/een ander koopt, wij (anderen) kopen

VT: ik kocht, hij/zij/ een ander kocht, wij (anderen) kochten

Blijken

TT: ik blijk, hij/zij/een ander blijkt, wij (anderen) blijken

VT: ik bleek, hij/zij/een ander bleek, wij (anderen) bleken

Grammatica en woordsoorten 1

1 fluwelen, nieuwe; 2 gloednieuwe, vriendelijke; 3 tweede, brutale.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: eet, o: De leeuwin

2 pv: is, o: Fluweel

3 pv: kon, o: De zwaluw

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De coureur rijdt, De mannen schilderen

VT: De coureur reed, De mannen schilderden

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 11

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Inbreker – bananen – schakelaar

Fix de fout

Goede woorden: juli, akelig, kastelen, haringen, ademhaling

Vul de zinnen aan

1 overburen, brutale, inbrekers; 2 brave, draaimolen; 3 bakstenen, dakgoten

Woordenslang

boze, bakstenen, schakelaar, bananen, trampoline, piraterij, ademhaling, rekensommen

Hoor de lange klank!

De lange klank hoor je tussen de haakjes.

b[o]ze, [a]demh[a]ling, ban[a]nen

inbr[e]ker, draaim[o]len, br[a]ve

Puzzel

1 draaimolen, 2 rekensommen, 3 boze, 4 haringen, 5 schakelaar, 6 dakgoten, 7 overburen, 8 brave.

Woord: inbreker

Werkwoorden 1

1 voltooide tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 verleden tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Haasten

TT: ik haast, hij/zij/een ander haast, wij (anderen) haasten

VT: ik haastte, hij/zij/ een ander haastte, wij (anderen) haastten

Luchten

TT: ik lucht, hij/zij/een ander lucht, wij (anderen) luchten

VT: ik luchtte, hij/zij/een ander luchtte, wij (anderen) luchtten

Grammatica en woordsoorten 1

1 drie, zes; 2 acht tien; 3 twee, vijftig.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: stalen, o: De inbrekers

2 pv: werd, o: De draaimolen

3 pv: gaven, o: De boze overburen

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De vrouw hoest, De boom groeit

VT: De vrouw hoestte, De boom groeide

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 12

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Schommelbank – bergtoppen – batterij (of batterijen)

Fix de fout

Goede woorden: roltrappen, appelflappen, mosselen, bergtoppen, sporthallen

Vul de zinnen aan

1 schommelbank, schrammen; 2 mosselen, appelflappen; 3 jammer, balletje.

Woordenslang

schrammen, balletje, appelflappen, schommelbank, mosselen, batterij, winnaar

Hoor de korte klank!

De korte klank hoor je tussen de haakjes.

j[a]mmer, sporth[a]llen, m[o]sselen

schr[a]mmen, d[u]bbel, k[i]kker

Puzzel

Eigen beoordeling.

Werkwoorden 1

1 voltooide tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 verleden tijd

Werkwoorden 2

Zuchten

TT: ik zucht, hij/zij/een ander zucht, wij (anderen) zuchten

VT: ik zuchtte, hij/zij/ een ander zuchtten, wij (anderen) zuchtten

Prosten

TT: ik proost, hij/zij/een ander proost, wij (anderen) proosten

VT: ik proostte, hij/zij/een ander proostte, wij (anderen) proostten

Grammatica en woordsoorten 1

1 derde, tweede; 2 zevende; 3 eerste, negende.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: is, o: De schommelbank

2 pv: zijn, o: De mosselen

3 pv: vindt, o: Gerard

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De schutter richt, Mehmet zet

VT: De schutter richtte, Mehmet zette

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 13

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Kluiven – kluis – schroeven

Fix de fout

Goede woorden: De schroef, kluiven, boos, verhuizen, de duiven

Vul de zinnen aan

1 doos, schroeven; 2 brave, kluiven; 3 boos, duiven.

Woordenslang

brave, kluiven, verhuis, duif, boos, schroeven, braaf, boze, schroef, kluif, duiven

F of V, S of Z?

Eén duif, twee duiven; Eén kluif, twee kluiven (of Eén kluis, twee kluizen)

Eén schroef, twee schroeven; Eén doos, twee dozen

Eén huis, twee huizen; Eén kluis, twee kluizen (of Eén kluif, twee kluiven)

De jongen is braaf, De brave jongen

De buurman is boos, De boze buurman

Puzzel

Woordenrad 1: schroef en kluiven

Woordenrad 2: duiven en kluis

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 voltooide tijd

Werkwoorden 2

Zweten

TT: ik zweet, hij/zij/een ander zweet, wij (anderen) zweten

VT: ik zweette, hij/zij/ een ander zweette, wij (anderen) zweetten

Pluizen

TT: ik pluis, hij/zij/een ander pluist, wij (anderen) pluizen

VT: ik ploos, hij/zij/een ander ploos, wij (anderen) plozen

Grammatica en woordsoorten 1

1 nadat; 2 en; 3 of.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: passen, o: De schroeven

2 pv: liet, o: Hij

3 pv: vlogen, o: De duiven

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De chef fluit, De dames starten

VT: De chef floot, De dames startten

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 14

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Bliksem – totempaal – snorkelen

Fix de fout

Goede woorden: gevangenen, stiekem, totempaal, snorkelen, mosselen

Vul de zinnen aan

1 peuteren, stiekem; 2 snorkelen, ademen; 3 bezemsteel, totempaal.

Woordenslang

ademen, peuteren, totempaal, bezemsteel, ademen, hersenen, gevangenen, snorkelen

#EM, #EREN, #ELEN en #ENEN

#EM: stiekem, bliksem, ademen, totempaal

#EREN: peuteren, lammeren

#ELEN: snorkelen, mosselen

#ENEN: hersenen, gevangen

Galgje

snorkelen, lammeren, gevangenen, mosselen, bliksem

Werkwoorden 1

1 verleden tijd, 2 verleden tijd, 3 tegenwoordige tijd, 4 tegenwoordige tijd, 5 voltooide tijd

Werkwoorden 2

Luiden

TT: ik luid, hij/zij/een ander luidt, wij (anderen) luiden

VT: ik luidde, hij/zij/ een ander luidde, wij (anderen) luidden

Kleden

TT: ik kleed, hij/zij/een ander kleedt, wij (anderen) kleden

VT: ik kleedde, hij/zij/een ander kleedde, wij (anderen) kleedden

Grammatica en woordsoorten 1

1 het, de, de; 2 de, de, de; 3 een, de, het.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: kocht, o: Chantal

2 pv: staan, o: De lammeren

3 pv: kookt, o: je vader

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: De jongens kletsen, De gorilla geeuwt

VT: De jongens kletsten, De gorilla geeuwde

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

Les 15

Dictee

Eigen beoordeling

Woordtekening

Eigen beoordeling

Lange zinnen

Eigen beoordeling (streef naar het schrijven van zoveel mogelijk woorden)

Plaatjes en tekst

Vijftig – gevaarlijk – feestelijk

Fix de fout

Goede woorden: vijftig, weinig, natuurlijk, vriendelijk, zuidelijk

Vul de zinnen aan

1 feestelijke, vijftig; 2 haastig, gevaarlijke; 3 vriendelijke, weinig.

Woordenslang

gevaarlijk, geestig, vriendelijk, vochtig, vijftig, natuurlijk, ijverig, vrolijk, haastig, stevig

IG(E) of LIJK(E)?

vriendelijk, haastig, weinig

vochtig, natuurlijk, feestelijk

gevaarlijk, vijftig, uiterlijk

hevig, stevig, tijdelijk

geestig, slaperig, eindelijk

Puzzel

1 gevaarlijk, 2 vriendelijk; 3 ijverig, 4 feestelijk, 5 stevig; 6 weinig; 7 geestig

Woord: vijftig

Werkwoorden 1

1 tegenwoordige tijd, 2 tegenwoordige tijd, 3 verleden tijd, 4 verleden tijd, 5 voltooide tijd

Werkwoorden 2

Hollen

TT: ik hol, hij/zij/een ander holt, wij (anderen) hollen

VT: ik holde, hij/zij/ een ander holde, wij (anderen) holden

Lachen

TT: ik lach, hij/zij/een ander lacht, wij (anderen) lachen

VT: ik lachte, hij/zij/een ander lachte, wij (anderen) lachten

Grammatica en woordsoorten 1

1 bord, kilometer, uur; 2 zwemmers, badmeester; 3 cement, stenen.

Grammatica en woordsoorten 2

1 pv: heeft, o: Polat

2 pv: heeft, o: De verdediger

3 pv: is, o: een vrolijk programma

Grammatica en woordsoorten 3

De zinnen beginnen als volgt.

TT: Susanne kruipt, De juf grijpt

VT: Susanne kroop, De juf greep

De verdere invulling van de zin is ter eigen beoordeling. De zin mag vragend gesteld zijn en de woorden hoeven niet in de juiste volgorde te staan.