Cito-toets rekenen oefenen

0%

In een klas zitten 16 kinderen. 1 op de 4 heeft een huisdier. Hoeveel kinderen hebben geen huisdier?

Correct! Wrong!

Welk deel van deze figuur is gekleurd?

Correct! Wrong!

Welk getal staat op de plaats van de pijl?

Correct! Wrong!

Op een school zitten 120 kinderen. 15% van de leerlingen gaat op wintersport. Hoeveel leerlingen zijn dat?

Correct! Wrong!

Dick koopt een jas van € 43,50,- en een trui van € 18,25,-. Hij betaalt met een biljet van € 50 en een biljet van € 20. Hoeveel krijgt hij terug?

Correct! Wrong!

14 + 1,02 =

Correct! Wrong!

Welk getal ligt het dichtst bij 7?

Correct! Wrong!

Een timmerman heeft per plankje zes spijkers nodig. Hij moet achttien plankjes timmeren. Hoeveel spijkers heeft hij dan nodig?

Correct! Wrong!

In de tank van Jaaps auto gaat 80 liter benzine. In de tank zit nog 21,8 liter. Hoeveel liter moet hij tanken?

Correct! Wrong!

Wat is de persoonsvorm in deze zin? De juf leest de leerlingen voor uit een nieuw prentenboek.

Correct! Wrong!

Wat is de persoonvorm in deze zin? Vandaag vertrekken er meer dan 10.000 mensen naar Spanje.

Correct! Wrong!

Wat is de persoonsvorm in deze zin? De soep wordt door de obers opgediend.

Correct! Wrong!

Wat is het onderwerp in deze zin? De fiets van buurman Mulder stond tegen de schutting aan.

Correct! Wrong!

Wat is het onderwerp in deze zin? In haar kamer hangen posters van bekende sterren.

Correct! Wrong!

Wat is het onderwerp in deze zin? Oma heeft de pan soep meegegeven aan mijn oom en tante.

Correct! Wrong!

In welke zin is het grootgedrukte woord fout gespeld?

Correct! Wrong!

In welke zin is het grootgedrukte woord fout gespeld?

Correct! Wrong!

In welke zin is het grootgedrukte woord fout gespeld?

Correct! Wrong!

Lees de tekst. Welke bewering is niet waar?

Correct! Wrong!

Lees de tekst. Wie waren er aan het einde van de negentiende eeuw vooral actief in Tsjaad?

Correct! Wrong!

Lees de tekst. Wat gebeurde er aan het eind van de burgeroorlog?

Correct! Wrong!

Lees de tekst. Waarnaar verwijst ‘die’ op positie 2?

Correct! Wrong!

Lees de tekst. Welke titel past het beste op positie 5?

Correct! Wrong!

Cito-toets rekenen oefenen
Is het goed gegaan?
Wil je meer oefenen? Lees dan snel verder!

Share your Results: