Los van de niveaus VMBO, havo en VWO heb je ook typen onderwijs. Sommige van die typen kom je op alle niveaus tegen, sommige typen enkel binnen een bepaald niveau.

We zetten ze in dit artikel voor je op een rijtje.

Tweetalig onderwijs

Tweetalig onderwijs is niet alleen weggelegd voor het vwo. Steeds meer scholen experimenteren met tweetalig onderwijs op het vmbo. Zo geven ze kinderen een extra uitdaging mee tijdens het leren. Tweetalig houdt in dat een deel van de lesstof in het Engels wordt gegeven, waardoor kinderen ook leren met deze taal om te gaan.

Vaak gebeurt dit bij vakken als maatschappijleer, geschiedenis, biologie en aardrijkskunde. Tweetalig onderwijs bereidt kinderen in het VMBO beter voor op de beroepspraktijk, waar zij ook vaker met Engelstalige collega’s en/ of klanten te maken krijgen.

Technisch gericht onderwijs

In het bbl en kbl zijn steeds meer scholen die samenwerkingen aangaan met technische bedrijven in de buurt. Denk hierbij aan elektriciens, maar ook aan onderhoudsbedrijven (loodgieters etc). Kinderen leren dan al op jonge leeftijd de kneepjes van een bepaald vak kennen, waardoor zij makkelijker door kunnen stromen na het behalen van hun eindexamen.

Technisch gericht onderwijs is vaak een extra uitdaging en neemt meer theorie met zich mee. Die theorielessen worden dan op de middelbare school gegeven.

Detailhandel

In het VMBO wordt veel les gegeven aan leerlingen die worden voorbereid op werken in de detailhandel. Zo leren kinderen al jong om een eigen bedrijf te starten. Ze maken kennis met administratie, regels en afspraken. Economie speelt in deze opleidingen een belangrijke rol.

Ze doen praktijkervaring op in een situatie die een echte praktijk nabootst of gaan naar een leerbedrijf. Hoe verder leerlingen op dit niveau komen, hoe meer zij buiten de school zullen gaan werken. Zij doen zo veel ervaring op tijdens stages.

Koken en bakken

Ook koken en bakken zijn erg geliefd. Scholen die koken en bakken als expertise nemen, leiden kinderen op die het leuk vinden om een koksopleiding of banketbakkersopleiding te gaan volgen.

In de school krijgen kinderen les op hun niveau, maar in de context van een bakkerszaak of een restaurant. Zo wordt de situatie een stuk levendiger en bootst het nog meer de echte beroepspraktijk na.

Sport en beweging

Veel kinderen vinden het leuk om te bewegen. Sport en bewegingsklassen richten zich daar op. In deze klassen is meer tijd ingeruimd voor bewegingsonderwijs en lichamelijke opvoeding. Ideaal voor kinderen die later iets met sport willen gaan doen. Sport staat hier dagelijks op het programma en is niet iets wat beperkt blijft tot één à twee uur in de week.

Expressieklassen

Een laatste vorm van typen onderwijs die veel aangeboden wordt zijn de zogenaamde expressieklassen. Kinderen die het leuk vinden om creatief bezig te zijn (handvaardigheid, tekenen, maar ook muziek en drama) gaan naar deze klassen.

Waar een sport- en bewegingsklas meer tijd voor sport en beweging inruimt, wordt er bij expressieklassen veel meer aandacht geschonken aan creatieve vakken. Kinderen kunnen zo hun creativiteit al op jonge leeftijd verder ontwikkelen.

Niet op alle scholen

Heb jij het idee dat jouw kind op zijn of haar plaats is binnen een van deze typen onderwijs? Ga dan tijdig op zoek naar scholen in de buurt. Helaas hebben niet alle scholen alle vormen van onderwijs.

Zo zal de ene school in de buurt zich meer richten op administratie en detailhandel, waar de ander zich richt op koken en beweging. Het is goed om dit tijdig voor ogen te hebben, met het oog op de inschrijving voor het voortgezet onderwijs.

Weet je niet waar je deze informatie moet vinden? Informeer er dan naar bij de leerkracht van groep 8.